Het aansluiten van radiatoren doen we al jaren met kunststof leidingsystemen. Meestal met mantelbuis en weggewerkt in de afwerkvloer. Dit is efficiënt installeren, uitrollen en vastzetten. Wat kan er misgaan? Toch aandacht voor het volgende.
Voorheen werden er volkunststof buizen gebruikt, maar deze vertonen sterke uitzet en krimp en zijn niet zuurstofdiffusiedicht. Daarom gebruiken we nu vooral de kunststofbuis met aluminium kern. Deze is 100% zuurstofdiffusiedicht en heeft nauwelijks uitzet en krimp.
Zuurstof in het systeemwater geeft corrosie en uiteindelijk vervuiling van het systeem. Zo kunnen pompen vastlopen en de warmteafgifte aanzienlijk verminderen. Uitzet en krimp kan ongewenste trek- en duwspanningen geven, waardoor radiatoren uit beugels of van de muur komen.
Omdat de buizen met een aluminiumkern vooral in wit worden geproduceerd, lijkt de samenstelling van de verschillende producten gelijk. Maar de dikte van de aluminium kern kan variëren en ook de toegepaste kunststof.
Voor een optimaal opwekkingsrendement wordt de aanvoertemperatuur van verwarmingsinstallaties verlaagd, maar ook het verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur (ΔT) wordt verkleind. Waar radiatoren vroeger werden geselecteerd op 90/70°C, is nu 55/45°C of lager de standaard. Bij een kleinere ΔT wordt het aantal liters (Flow) CV water verhoogd.
Houd met een grotere Flow rekening met de diameter van de leidingen! Door het verhoogde aantal liters neemt het drukverlies toe bij een installatie met traditionele diameters. Met de juiste (vaak grotere) diameter, komt het drukverlies weer op acceptabele waarden.
Probeer kunststofbuizen zo te verwerken dat ze eenvoudig uitneembaar zijn. Dit is beter voor de circulariteit. Met de juiste keuzes geven radiatoren een optimaal comfort met minimaal energieverbruik.