Na de nodige vertraging zal de BENG per 1 januari 2021 eindelijk in werking treden. Conform die wet- en regelgeving moeten woningen bijna-energie-neutraal worden. Dat betekent in de praktijk: verduurzamen en (nog meer) isoleren. Nieuwbouwwoningen worden hierdoor steeds luchtdichter waarbij de benodigde energie om te verwarmen afneemt, maar de behoefte om te ventileren neemt juist toe. En dat is exact de reden waarom verwarming en ventilatie niet los van elkaar te zien zijn. Voor de toekomstige nieuwbouwwoningen betekent dit vooralsnog twee verschillende toestellen, ieder met een eigen toepassing.
Voor de bestaande bouw, specifiek de woningen tussen 1980 en 2005 (circa anderhalf miljoen woningen), is de ventilatiewarmtepomp een bijzonder goed alternatief. Bij de
ventilatiewarmtepomp zijn verwarming en ventilatie in één systeem geïntegreerd. Bij dit systeem haalt de warmtepomp direct energie uit de warme ventilatie-retourlucht die anders verloren zou gaan. Hierdoor wordt de ventilatieretourlucht nuttig gebruikt en is het mogelijk een hoger systeemrendement te realiseren. Dit zal direct bijdragen aan een betere energieprestatie van deze specifieke woningen. Zonder dat daarbij het gezondheidsaspect van gezonde binnenlucht verloren gaat. Dergelijke hybride installaties zijn een mooi voorbeeld van systeemintegratie in de bestaande bouw. Systeemintegratie gaat helpen om zowel binnen de bestaande bouw als de nieuwbouw energiebesparing te realiseren. Bovendien leidt dit tot minder individuele componenten, dit is gunstig voor de milieuprestatie van gebouwen.
Geïntegreerde systemen zorgen direct voor installatiegemak voor installateurs. Gezien de toenemende krapte van installateurs op de arbeidsmarkt is dit een noodzakelijk innovatie. Voor vakkundig ontwerp, installatie en onderhoud van (geïntegreerde) systemen zijn goed opgeleide technici nodig. Dit betekent dat fabrikanten in samenwerking met onderwijsinstellingen en andere stakeholders toegespitste opleidingen moeten ontwikkelen om dit te faciliteren.