Vanaf 2026 wordt de hybride warmtepomp de norm voor verwarmen. Deze nieuwe eisen aan de efficiëntie van verwarmingsinstallaties zijn bedoeld om een impuls te geven aan de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Hierdoor gaat het gasverbruik en de CO2 uitstoot omlaag. Deze normering wordt toegelicht in de Kamerbrief van minister Hugo de Jonge.

Wanneer de cv-ketel moet worden vervangen is de toepassing van een hybride installatie vanaf 2026 de minimum standaard. Voor de meeste woningen is de hybride warmtepomp een logische keuze, omdat deze gemakkelijk is in te passen zonder grote aanpassingen aan de woning. Normering biedt duidelijkheid voor de producenten en installatiebranche, zo kan er tijdig worden ingespeeld op de toename van de vraag naar hybride installaties en de uitbreiding van de kennis hierover.

Milieu

TNO heeft in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken onderzoek gedaan naar de milieu impact van (hybride) warmtepompen; zowel van het materiaalgebruik als van de energieprestatie. De hybride warmtepomp blijkt in de bestaande bouw vrijwel altijd beter zijn voor het milieu dan een cv-ketel. De milieu-impact van materialen is relatief klein ten opzichte van de impact van het energieverbruik. Hoeveel beter de hybride warmtepomp is, hangt af van de situatie, de gekozen warmtepomp met bijbehorend koudemiddel en de verhouding tussen groene en grijze stroom die wordt verbruikt.

Elektriciteitsnet

De hybride warmtepomp zal waarschijnlijk voor weinig extra capaciteitsproblemen op het elektriciteitsnet gaan zorgen. Op piekmomenten kan er nl. overgeschakeld worden op de cv-ketel. Er wordt samen met netbeheerders gekeken naar de mogelijke knelpunten en oplossingen. Volledig elektrische warmtepompen zijn afhankelijk van elektriciteit en kennen deze flexibiliteit niet, de impact hiervan moet nader worden onderzocht. Er wordt een gerichte aanpak voor netcongestie op de laagspanningsnetten ontwikkeld in het kader van het Landelijk Actieprogramma Netcongestie (LAN).