De beide verenigingen die in Nederland de belangen behartigen van de warmtepomp-industrie, Vereniging Warmtepompen en NVI-GO, spreken hun verbazing uit over het voorstel van de nieuwe coalitie om de ingezette koers m.b.t. de verduurzaming van Nederland in algemene zin, en die van individuele woningen specifiek, niet door te zetten. Daarmee diskwalificeert de nieuwe regering de warmtepompenbranche die in de publiek-private uitwerking van het actieplan (hybride) warmtepompen zwaar heeft geïnvesteerd in productiecapaciteit. En ontzegt de nieuwe regering de Nederlandse samenleving en economie goedkope warmte uit de eigen omgeving met duurzame elektriciteit van zon en wind.
Voor individuele woningen in de bestaande bouw betreft het, vanaf 2026, de verplichte vervanging van de gasketel door een duurzamer alternatief. Deze verplichting betreft alleen de situaties waarin deze duurzame vervanging ook daadwerkelijk van toegevoegde waarde is. Deze verduurzaming wordt ondersteund door een prestatieborging (het aantonen dat het duurzamere alternatief ook daadwerkelijk de beloofde besparing levert) en een normering van de duurzame installatie. De normering met een korte termijn terugverdientijd zou ervoor zorgen dat de eindgebruiker daadwerkelijk goedkoper uit is dan met een stand-alone gasketel.
Met het uitvoeren van deze paragraaf uit het regeerakkoord ontstaat er een trendbreuk t.a.v. de enorme vlucht die de toepassing van warmtepompen de afgelopen jaren heeft genomen. Die trend wordt zichtbaar met de CBS- en ISDE cijfers over de afgelopen jaren. De toepassing van warmtepompen heeft de afgelopen jaren een enorme bijdrage geleverd aan niet alleen de landelijke doelstellingen maar ook aan de Europese doelstellingen t.a.v. de energietransitie en de verplichtingen die ons land daarbij is aangegaan. De verwachting is dat met dit regeerakkoord ook het realiseren van klimaatdoelstellingen, en nog belangrijker, een leefbare wereld voor wie na ons komt, in het gunstige geval in tijd opgeschoven wordt.
In het ongunstigste geval kun je zelfs gaan twijfelen over de haalbaarheid.
De duurzame industrie in het algemeen, maar vooral die van de warmtepompen-keten in brede zin, leveren een belangrijke bijdrage aan de economie in Nederland. De directe en indirecte werkgelegenheid van onze industrie maar ook die van de toeleverende industrie, de installerende branche, transport en logistiek hebben een respectabel aandeel in Nederland. Met het uitvoeren van deze plannen zal er op die punten een economische kwetsbaarheid ontstaan.
Onze verbazing betreft verder het feit dat met het voorstel een aantal belangrijke investeringen tevergeefs zouden zijn geweest. Vanuit de overheid is er een stimulans geweest om de productiecapaciteit te verhogen, innovatieprogramma’s te starten, communicatieprojecten uit te voeren en actief te worden m.b.t. prestatieborging en normering.
Hier is niet alleen door de overheid een behoorlijke investering gepleegd. Door het enthousiasme van de overheid heeft ook de industrie geïnvesteerd in fabrieken, mensen en middelen. Daardoor is er, mede door het sturende overheidsbeleid, geïnvesteerd in een productiecapaciteit die klaar is voor een duurzame toekomst maar nu niet benut kan gaan worden.
De warmtepompenbranche, bij monde van de NVI-GO en Vereniging Warmtepompen, is van mening dat duurzaamheid niet alleen mensen, middelen en verbruik betreft maar ook het efficiënt en effectief inzetten van geïnvesteerde middelen. Bij het doorzetten van deze coalitieparagraaf is aan die heel belangrijk voorwaarde niet meer te voldoen met alle negatieve economische-, sociale- en klimaat technische impact tot gevolg.
De branche denkt en doet graag mee met het nieuw te vormen kabinet om de ingezette koers voor toepassing van duurzamere alternatieve toepassingen in de bestaande bouw te realiseren. Om daarmee aan de zich net bestendigende vraag naar goedkope warmte uit eigen omgeving met duurzame stroom van eigen wind en zon te kunnen blijven voldoen.